1ste les West-Vlaams

Nederlands West-Vlaams
ALS WE KUSSEN DAN GEVEN WE PIEPERS
ALS WE PLEZIER HEBBEN DAN HEBBEN WE LEUTE
ALS WE VOORTDOEN DAN GEVEN WE SJETTE
Zet maar aan ! gev moa sjètte !
ALS WE PRUTSEN DAN ZIJN WE ANT TJOOLEN
ALS WE SAMEN ZIJN DAN ZIJN WE TOOPE
ALS WE MET ELKAAR PRATEN DAN DOEN WE EEN KLAPKE
EN ALS WE WINNEN DAN ZIJN WE PREUS
ALS WE ZIN HEBBEN DAN HEBBEN WE GOESTE
ALS WE KUNNEN HELPEN DAN DOEN WE DAT GEIRN
EN ALS WE WERKEN DAN DOEN WE DEURE
Ja ik joak
Ja zij joas
Ja het joat
ik ben 'k zien
ik heb kèn
zij hebben zèn
dat wij damme wiedre
dat zij (3de persoon enkelvoud) dasse zie
dat zij (3de persoon meervoud) danze ziedere
er is een ruit uit ons huis en als het regent, dan regent het binnen der es e rut ut us hus, ot trint, trint trin
aanhangwagen remorke
aardbeien fréézn
een ajuin nen andjoen
een bloedworst ne bloelienk
boekentas kannesjëëre
een bromvlieg e ruldre
dat doe ik niet ! jakkendoe !
dorst dust
drinkbus drienkepulle
eend kwèèkkoane
eenrichtingsverkeer sanzuniek
opgeklopt eiwit schum van schéétn
emmer seule
maar enfin moa god toch
fopspeen e tutte
een jongen e joeng
hij is groter jës groddre
de lamp ne lucht
lieveheersbeestje piempaljoentje
melo-cakes nëëgrinnetètjes
een motozijspan e siettekarre
muggenzifter péézewééver
navel bukkepitje
nochtans pertang
onbruikbaar maken vermassakréérn
ongeveer appeprë
overjas paaltoo
parkiet përusj
regenworm tèttink
de ritssluiting ne spriejt
het rolluik de lattestor
een roodharige ne rostn
schommel juttekoker
sjaal foullaar
spinnenweb kobbenètte
steendood lik e bananne
vallen e tumelète moak'n
vork fersjètte
ik vraag mij af 'k wèt zoender
vrouw wuf
een domme vrouw e kloefe
een te beklagen vrouw e sloore
hij lijkt er precies op 't is em geschéétn en gebrakt
Ja, maar het is toch wel waar Toe toe...et
ziezo volla
rem fring
spaak riong
stuur (van de fiets) giedong
versnelling dirajeur
mijn kuiten doen pijn m'n kiet'n doen zëër
deze situatie kan niet blijven duren ! 't is tied dat ut is !