Antwaarpe (De Strangers)
De lichtjes op de Schelde
den beiaard van den tore
mensen op 'n bank
'n ons Lievrouwke .. eb de Vlaaikesgânk
de straat waar 'k vroeger katteke spelde
Antwârpe .. gij zé ga veur mij
toch de stad waar azzek zén gebore
de Groenpleuts, de Meir.. de Keyserlei
daar hemme kik m'n hart verlore
Atwârpe .. waar da'k ik ook ben
ik kan nievrans mijnen draai ni vinde
'k weet het 't is flaa .. mor ik beken
bij aa zén 'k thuis .. en onder vrinde
'n zeemanskroeg .. de dokken
de Vogelemart op Zondagmorge
't tjing-tjangsplein
en brabo zie van ze fontein
ne joenge fluite nor e mokke
Antwârpe .. gij zé ga veur mij
toch de stad waar azzek zén gebore
de Groenpleuts, de Meir.. de Keyserlei
daar hemme kik m'n hart verlore
Atwârpe .. waar da'k ik ook ben
ik kan nievrans mijnen draai ni vinde
'k weet het 't is flaa .. mor ik beken
bij aa zén 'k thuis .. en onder vrinde
Antwârpe .. gij zé ga veur mij
toch de stad waar azzek zén gebore
de Groenpleuts, de Meir.. de Keyserlei
daar hemme kik m'n hart verlore ...
Lichtjes van de Schelde (Bobbejaan Schoepen)
De tijd zit erop en ze varen weer thuis.
Het duurt nog maar enkele weken.
Een paar keer op wacht en dan kom je naar huis,
dan zullen w'elkander weer spreken,
en dit is de laatste brief die je me schrijft,
ik kijk 's avonds goed in de krant.
Dan weet ik precies waar je bent en je blijft,
voordat je terug bent in 't land.
Zie ik de lichtjes van de Schelde,
dan gaat mijn hart wat sneller slaan.
Ik weet dat jij op mij zult wachten,
en dat je aan de kaai zult staan.
Zie ik de lichtjes van de Schelde,
is 't of ik in je ogen kijk.
Die zo heel veel liefs vertellen,
dan ben ik als een prins zo rijk.
Ik weet wel mijn schat dat je veel van mij houdt,
dat hoef je me niet te verklaren.
Een zeeman is dol op zijn kroost en zijn vrouw,
en toch wilt je altijd weer varen.
Maar heeft soms de zee iets verkeerd met je voor,
en krijg je voorgoed averij,
denk dan aan je kind'ren en sla je er door,
Maar spreek hun dan dikwijls van mij.
Zie ik de lichtjes van de Schelde,
dan gaat mijn hart wat sneller slaan.
Ik weet dat jij op mij zult wachten,
en dat je aan de kaai zult staan.
Zie ik de lichtjes van de Schelde,
is 't of ik in je ogen kijk.
Die zo heel veel liefs vertellen,
dan ben ik als een prins zo rijk.