Verklaring van antwerpse woorden en zinnen
Woorden & zinnen | Verklaring |
---|---|
A sprekt Antwaarps van gotterligge | Tja, het is niet iedereen geven om zich vlot en accentloos uit de drukken in de Antwerpse taal. Wie Antwerps ‘sprekt van gotterligge’, heeft nog een lange weg af te leggen. Hij of zij kent de rijke woordenschat onvoldoende en is niet bij machte om de klemtoon op de juiste plek te leggen. Wie Antwerps ‘van gotterligge’ spreekt komt zonder uitzondering van elders. Gelukkig is de Antwerpenaar een man/vrouw/X van de wereld en bekend met de meest uiteenlopende dialecten. |
Ambras | Als Antwerpenaren ruzie hebben, dan maken ze ambras. Het woord komt van het Franse ‘embarras’, al betekent het in de taal van Voltaire vooral verlegenheid, zich ongemakkelijk voelen. En als de ambras hevig is, dan speelt de Sinjoor eveneens leentjebuur bij zijn zuiderburen. ‘Het was er weer laguerre, zenne!’, komende van ‘la guerre’, oorlog. |
Apsjaar | Wie jaren geleden de voortreffelijke serie ‘Lili en Marleen’ gevolgd heeft, hoeft bij deze term geen verdere toelichting. Rik de voddenmarchand werd meer dan eens vergelijken met dit vreemde beestje. Een ‘apsjaar’ is een vreemde kerel. Hij, want het is zelden een vrouw, doet altijd een beetje raar, is niet zelden kort van stof en eerder kribbig. Maar omdat het Antwerps een soepele taal is, kan de term breed gebruikt worden. Vrijwel elke vorm van licht afwijkend gedrag kan met ‘apsjaar’ geduid worden. |
Bloskes wijsmake | Iemand een blaas(je) wijsmaken is gangbaar in grote delen van het Nederlands taalgebied. Het grote verschil is dat een Antwerpenaar van een blaasje een ‘bloske’ maakt. Het is in ieder geval weinig fraai, want iemand ‘bloskes wijsmake’ betekent zoveel als iemand iets op de mouw spelden of, erger nog, ronduit liegen. In Antwerpen wordt de term weleens gebruikt wanneer iemand een ongeloofwaardig verhaal vertelt. Dan wordt de term enigszins meewarig gebruikt. Maar als de leugen te groot is, wordt de toon waarop deze zin wordt uitgesproken een stuk harder. |
Hij heeft het hoog in zijnen bol | Een arrogant persoon, iemand die denkt dat hij alles beter weet, dat de evenaar door zijn reet loopt, die heeft het hoog in zijn bol. Bol is een woord voor hoofd, zoals in ‘steekt het maar goed in uw bolleke’, onthoud het maar goed. |
Z’n boëntjes te week leggen | Bonen moet eerst weken alvorens ze gegeten kunnen worden. Als ze in het water liggen te dobberen is de kok van dienst meestal verwachtingsvol. Dus wie, ook buiten de keuken, ‘z’n boëntjes te week legt’ heeft hoge verwachtingen. Van zijn of haar eerste date, de vakantie en ga zo maar verder. Wat in Antwerpen veel vaker gebruikt wordt is de uitspraak ‘je moet je boëntjes niet te week leggen’. Waarmee bedoeld wordt dat het beter is om niet al te hoge verwachtingen te hebben. |
een hete broek | Niet meteen een courante Antwerpse uitdrukking, al werd ze in de jaren zeventig van vorige eeuw, toen de ‘hot pants’ furore maakten, wel eens gebruikt om de ultra korte vrouwenbroekjes aan te duiden die toen in de mode waren. Het idioom komt vooral uit Nederland, waar het een aanduiding is voor een wellustige, geile vrouw van losse zeden. Ook wel: hete teef. |
duur de comprenure | Iemand die het zelfs na herhaaldelijk uitleggen niet verstaat (of wil verstaan) is duur de comprenuur. Zoals zovele Antwerpse woorden en uitdrukkingen ontleend uit het Frans, de taal van de Antwerpse bourgeoisie tot ver in vorige eeuw. Daarom spreekt men wel eens van Franswerps. ‘Comprendre’ betekent begrijpen, ‘ça dure’ betekent het duurt lang. Als het lang duurt voor je iets begrijpt, dan ben je duur de comprenuur. |
A koster ni on doeng | Heel simpel, hij kon er niets aan doen. In het Antwerps wordt deze uitspraak zonder uitzondering verontschuldigend en vergoelijkend gebruikt. Als iemand per ongeluk een glas bier omgooit, is er altijd wel iemand in de buurt die de daad en de schuldige in bescherming neemt. Want ‘hij ‘koster er ni on doeng’. Incident gesloten. Tenzij het met opzet gebeurde natuurlijk. Dan wordt het plots een ander paar mouwen. |
Hij ligt eronder | Innige deelneming. Wanneer iemand ‘eronder ligt’ is er weinig reden om te feesten. Al durft dat op de koffietafel na het afscheid weleens anders te lopen. Wie ‘eronder ligt’ is overleden en ligt letterlijk onder de zoden. Ook voor hen die in een urne rusten, kan deze uitspraak gebruikt worden. In het Antwerps taalgebruik wordt daar soepel mee omgegaan. Wie ‘eronder ligt’ is trouwens ‘kevendrager’. Dood dus. Het is aan de nabestaanden om uit te maken hoe ze staat van de betreurde het liefst omschrijven. |
Foemp | Exclusief Antwerps is dit woord niet. In sommige dialecten wordt ‘ne foemp’ gebruikt om iemand weg te zetten als een idioot of een simpele van geest. In het Antwerps is deze ‘foemp’ ook niet van de slimste. Maar eerder een knipoog naar iemand die niet helemaal goed bezig is. Al hangt het er natuurlijk altijd vanuit uit wiens mond het komt. Gelieve deze term vooral niet te verwarren met ‘foempen’. Want dat gebeurt tussen de lakens. Meestal dan toch. |
Een folieke doen | Zegt uw partner ‘Ik heb een folieke gedaan’, check dan uw bankrekening. Een folieke (uiteraard komende van het Franse une folie) is een zottigheid, een onbezonnen daad. Al kan het ook een mildere connotatie hebben. Dan is een folieke iets wat je er extra bij doet, een presentje dat je jezelf gunt. ‘Ik heb bij die jurk ook nog een halsketting gekocht, het was een folieke.’ |
Fooraap | Je zou ook ‘kwistenbiebel’ kunnen zeggen, maar dat is voor veel mensen misschien even onduidelijk als een ‘fooraap’. Het is nochtans simpel. Een ‘fooraap’ is een idioot of laten we kwibus zeggen. Dat klinkt iets minder hard in de mond en dat is doorgaans de bedoeling van de Antwerpenaren die de term ‘fooraap’ gebruiken. Mensen die zich een beetje vreemd gedragen, onzin uitkramen of er een beetje slordig uitzien lopen de kans om met dit merkwaardige wezen vergeleken te worden. Het woord komt wellicht van de kermis. Uit de tijd dat er op de foor nog apen gebruikt werden om het publiek te vermaken. |
Foorwijf | Foorkramers waren oorspronkelijk een volk van rondtrekkende ‘nomaden’, overal en nergens thuis. Ze namen het vaak niet zo nauw met de geplogenheden en omgangsvormen, en werden daarom beschouwd als vulgair en ordinair. Iemand een ‘foorwijf’ noemen is dus een zware belediging, zelfs als je er een bent. Later werd het bij uitbreiding ook een aanduiding voor een lelijke vrouw. En zoals wel vaker ontsnappen mannen. Alhoewel, een ‘fooraap’ is dan weer een onnozel kereltje, een aanstellerige kwast, de clown van het circus. (Bron: Freddy Michiels, Woordenlijst Antwerpse taal) |
Z’ee’ veul in de garage gestaan | Om de een of andere reden worden vrouwen in de literatuur en de muziek wel eens vergeleken met auto’s. Koplampen, bumpers, smeerbeurten… En zo geschiedt het ook in sommige uitdrukkingen. Een vrouw die ‘veel in de garage heeft gestaan’ is een vrouw die er nog goed uitziet voor haar leeftijd. Ze heeft zich goed ‘gesoigneerd’, er is in de loop der jaren aan gewerkt. Het is dus een compliment. Alhoewel… |
Dieje zit oep nen baareg geld | Vooral vrijgezellen die in deze situatie verkeren, moeten opletten. Het zou weleens kunnen dat interesse in hen minder romantisch is dan het lijkt. Wie ‘oep nen baareg geld’ zit, heeft een meer dan stevige bankrekening en hoeft zich financieel weinig of geen zorgen te maken. De uitspraak wordt door hen, die geen berg hebben, vaak met enig ontzag gebruikt. En soms ook wel met een beetje afgunst. Vooral als de gefortuneerde er alles aan doet om zijn kapitaal intact te houden. De gierigaard. |
Teute gerard | Het kan gebeuren dat Gerard ‘teut’ is en dan heeft hij een flink stuk in zijn kraag. Maar daar heeft ‘teute Gerard’ niets mee te maken. Het is een uitdrukking om duidelijk te maken dat het gedane voorstel of plan niet zal worden uitgevoerd. Wie deze woorden gebruikt is niet akkoord met wat wordt gevraagd. “En als jij nu morgen de garage eens een keer opruimt! Ikke? Teute Gerard gij!” Je kan het natuurlijk ook op een andere manier brengen. Dan zegt je ‘van die boer gin eieren’. Al is dat niet helemaal hetzelfde. |
Naar de koer gaan | Dit is een natuurlijk behoefte waar niemand aan ontsnapt. Wie in Antwerpen ‘naar de koer gaat’ doet dat niet om de bloemen water te geven of de was op te hangen. Het is de plek waar een Sinjoor zijn grote en kleine behoefte doet. Tegenwoordig is ‘de koer’ ook in ’t Stad doorgaans een mooi betegelde ruimte met optioneel een bescheiden wasbak. Vroeger was het toilet vaak een hok in de hoek van de koer. Letterlijk niet meer of minder dan een banaal schijthuis. In sommige bruine cafés hangt er nog steeds een bordje met daarop ‘cour’ aan de toiletdeur. |
Achter Kontich woënen oëk nog mense | Wie in Kontich woont, hoeft zich niet beledigd te voelen en wie nog verder woont evenmin. Deze uitspraak heeft niets met Kontich te maken. Het had evengoed Reet kunnen zijn. Wie in Antwerpen met zijn kont(ich) naar een gezelschap staat is niet alleen onbeleefd, maar zal daar ook op aangesproken worden. “Seg manneke, achter Kontich woenen oek nog mense é”. Ofwel wees niet zo onbeleefd en sta niet met je rug en kont naar ons. Geef toe, achter Kontich wonen is in deze context weinig uitnodigend. |
Geen knijt van verstaan | Als je van iets geen knijt (knaait) verstaat, dan versta je er ook helemaal niks van. Als er niks te zien valt, dan is er geen knijt te zien. Waar het vandaan komt? Een knijt (knut, knaas) is een piepklein, bloedzuigend muggetje. Zo klein dat je het niet ziet. Voilà! |
Van krommenaas gebaaren | “Ikke? Nee hoor. Niks gezien.” Je kent ze wel, figuren die plots aan geheugenverlies lijden wanneer er een potentieel gevoelig thema aangesneden wordt. Deze mensen weten doorgaans zeer goed wat er bedoeld wordt, maar gebaren ‘van krommenaas’ om uit de problemen te blijven of geen verantwoording af te leggen. Dat doen ze meestal niet op een al te uitgekookte manier, want als iemand in zijn of haar omgeving zegt ‘niet van krommenaas gebaren’, is meteen duidelijk dat de poging om iets te ontkennen niet echt geslaagd is. |
Z’emmen oe góe ligge | Dit is niet goed. Wanneer ze ‘oe goe ligge emmen’, ben je de pineut. Je bent bedrogen of voor de gek gehouden. Het kan gaan om een bewuste grap, maar ook over een situatie waarbij de gedupeerde een andere uitkomst verwacht had. “Heb jij alle drankjes op café zelf moeten betalen? Amai, dan emme ze oe goe ligge gehad.” Hetzelfde kan ook op een iets meer bloemrijke manier onder de aandacht gebracht worden in Antwerpen. In dat geval ‘emme ze oe serieus bij uwe rekker’. |
Vrijen veur muntebollen | Vrijen, dat kent u, en een muntbol (een pepermuntje dus) allicht ook. De combinatie van beide is minder courant. Doe je iets ‘voor muntebollen’, dan doe je dat gratis én uit eigen beweging. Geen enkel naslagwerk kon uitsluitsel bieden, maar we gaan ervan uit dat deze uitdrukking verwijst naar seks hebben zonder verdere verplichtingen, mét wederzijdse toestemming. |
G’ed al onderd | Stop nu maar met zeuren want ‘g’ed al onderd’. Simpel, mensen die eindeloos blijven doordrammen krijgen in Antwerpen deze uitspraak naar hun hoofd geslingerd. Kortweg betekent het dat het ondertussen welletjes geweest is. Waar de honderd precies vandaan komt mag Joost weten. Wellicht heeft de man of vrouw die de uitspraak doet tot honderd geteld alvorens iemand aan te manen om te stoppen. |
Zo muug as kaa pap | Deze uitspraak is ongetwijfeld de jongste maanden al vaker gebruikt dan ooit tevoren. “Corona? Ik ben het zo ‘muug as kaa pap’”. Spuugzat is de gebruiker van deze uitspraak van. Hij of zij heeft er meer genoeg, zoals de meeste mensen wellicht ook een dagelijkse portie koude pap al snel beu zouden zijn. Beu is trouwens een niet onbelangrijk woordje bij deze uitspraak. Veel Antwerpenaren zijn het zo ‘muug as kaa pap’. Maar er zijn er minstens evenveel die ‘beu’ zeggen in plaats van ‘muug’. |
Reutemeteut | Een boel onzin, is dat. Van heel die reutemeteut geloof ik geen snars.” De uitdrukking slaat ook op iets wat waardeloos is. Dat eten was niet te vreten, ik heb heel de reutemeteut in de vuilnisbak gekieperd. Het is trouwens geen specifiek Antwerpse uitdrukking. Waar ze precies vandaan komt, konden we niet achterhalen, maar volgens etymologen dook ze in 1974 voor het eerst op in het Nederlandstalige taalgebied |
a schaard alles mee | ‘Schaare’ is grijpen, pakken, vastpakken. ‘A schaard alles mee’ verwijst naar iemand die dingen wegneemt, wegpakt. Pas maar op je spullen, want voor je het weet heeft hij alles ‘meegeschaard’. Maar uiteraard, zoals zo vaak, zit er ook een seksuele connotatie aan de zegswijze. ‘Pakke en schare’ is wat je doet op de dansvloer, al dan niet met toestemming van degene die ‘vastgeschaard’ wordt. ‘A schaard alles mee’ kan dus ook verwijzen naar iemand voor wie het niet uitmaakt met wie hij seks heeft, als hij (ja, sorry, meestal toch een hij) het maar heeft. |
Een scheet in een fles | Een uitdrukking die zeker niet alleen puur Antwerps is, maar in zowat heel Vlaanderen en delen van Zuid-Nederland ingeburgerd is. Een scheet in een fles is iets onbeduidends, is de moeite niet waard, iets waar je hogere verwachtingen van had maar teleurgesteld over bent. |
Schetkont | Nog leuker is de uitdrukking ‘Stront, wie heeft je gescheten?’ Van toepassing op vrouwen (meestal toch) die een hoge dunk van zichzelf hebben en menen beter te zijn dan anderen. ‘Schetkonten’ dus. Ze zijn er in allerlei vormen. Hautaine vrouwen, bazige vrouwen en andere pretentieuze schepsels. Het woord ‘schetkont’ volstaat doorgaans om de dame in kwestie op haar plaats te zetten of subtiel, nou ja, het zwijgen op te leggen. De kans is wel groot dat het nadien niet meer goedkomt tussen de vrouw en persoon die het woord gebruikt heeft |
Laat het Schijn maar stinken | ‘Laat het Schijn maar stinken’ is de titel van een volksliedje dat wel heel treffend het laconieke karakter van de Antwerpenaar schetst. Dat wordt al vanaf de eerste strofe duidelijk: Laat het Schijn maar stinken, Het kan niet beter zijn, Je moet er niet van drinken, Drink dan liever wijn. Je kon ze van ver al ruiken, de rivier die ontspringt in Westmalle en samenkomt met het Klein Schijn aan het Schijnpoort om via het Lobroekdok naar de Schelde te stromen. Een open riool was het, dat Groot Schijn. Uitwerpselen, zeepresten; u noemt het, het lag er in. Met de aanleg van rioleringen en waterzuivering is de waterkwaliteit sinds eind vorige eeuw almaar verbeterd. En dankzij de Oosterweelwerken komt de Schijn over enkele jaren zelfs terug in haar oorspronkelijke, 15de eeuwse bedding te liggen. |
in de bovenste schuif liggen | Iemand die in de bovenste schuif ligt, staat goed aangeschreven. Hij of zij krijgt een voorkeursbehandeling. De ‘febbekak’ van de klas bijvoorbeeld, ligt in de bovenste lade van de juf. Valt hij uit de gratie, dan kan hij ook ‘in de onderste schuif’ terechtkomen. In de bovenste lade van je kast bewaar je de spullen die belangrijk zijn. Die ‘foefel’ je niet weg. |
op zen seskes kraigen | Nederlanders krijgen er het ‘heen en weer’ van, anderen krijgen het dan weer ‘op hun systeem’. Wanneer een Antwerpenaar het op ‘zijn sijzen’ krijgt, is hij (of zij) het grondig beu. En nog niet zo een klein beetje. Lichtjes geïrriteerd zegt een Antwerpenaar weleens ‘ge hed al honderd’. Maar die sijzen zijn andere koek. Het hoofd loopt rood aan en elke spier in het gezicht verraadt dat het welletjes is geweest. De volgende fase is een ‘koleire’. En dan kun je maar beter wegwezen. |
Sjansaar | Nog een mooi voorbeeld van Franswerps, komende van het Franse chançard. Een sjansaar of sjaonsaar is een geluksvogel. Iemand die altijd geluk heeft, heeft bijgevolg veel sjaons. |
tarara gaai | Deze term wordt vaak afgekort tot ‘tarara’, wat zoveel betekent als het is niet waar of vergeet het maar. En als er ‘gaai’ achter het woord staat wordt het plots iets persoonlijker. Wanneer een man tegen zijn vrouw, of omgekeerd, ‘tarara gaai’ zegt, betekent dit meestal dat hij of zij niet van plan is om mee te gaan in het voorstel, idee, of voornemen van de ander. Uit de mond van een Antwerpenaar is de term definitief en niet onderhandelbaar. |
Ting ton tet | De tijden dat er ongegeneerd opmerkingen gemaakt konden worden over vrouwelijke vormen liggen alweer een tijdje achter ons. Het zit zo. Je hebt vrouwen die stevige borsten hebben, je hebt er ook die ‘flink voorzien’ zijn. En dan heb je ‘ting ton tet’. De cupmaat is bij deze dames buiten proportie en niet te negeren. ‘Ting ton tet’, was vroeger, en nu soms nog, niet voor niets de bijnaam van een stevige cafébazin en zo liepen er in Antwerpen wel meer rond. Het spreekt voor zich dat met dames van dergelijke allure niet te spotten viel. |
bekanst verniet | Iets wat goedkoop is, en dus bijna voor niks wordt weggedaan of verkocht. Veurniet (ook wel: verniet) kan trouwens een dubbele betekenis hebben. Het kost niks, maar ook: het was voor niks, het was verloren moeite. Hij heeft heel veel moeite gedaan, maar ‘het was verniet’. |
Weurtel oan ’t schiete | Hier krijgt ongeveer iedereen het van op zijn zenuwen. Niemand zit of staat graag eindeloos te wachten tot dat het eindelijk zover is. In dat geval ben je ‘weurtel oan ’t schiete’. In de wachtkamer van de dokter, aan tramhalte of aan het pashokje waar mevrouw een nieuwe jurk aan het uitkiezen is. De verklaring van deze uitspraak ligt voor de hand. Wie lang genoeg op dezelfde plaats staat te wachten, schiet wortel. Net zoals de plantjes en figuurlijk uiteraard. |
Zeik van boere mie | Met deze term kan een Antwerpenaar een paar kanten uit. Wie letterlijk slappe koffie schenkt zal te horen krijgen dat het een kopje ‘zeik van boere mie’ is. Geen smaak en waterachtig. Ook wijn, thee en andere dranken kunnen dat lot beschoren zijn. Wie onzin uitkraamt, loopt eveneens het risico met deze Antwerpse term geconfronteerd te worden. Wat jij zegt is ‘zeik van boere mie’ klinkt het dan. Maar in die laatste context wordt de term minder gebruikt. |
Zever in pakskes | De kritische gebruiker van sociale media heeft het tegenwoordig vooral over fake news. Tenzij hij of zij gepokt en gemazeld is als Antwerpenaar. Dan zal eerder ‘zever in pakskes’ weerklinken wanneer er iets niet klopt. Anders gezegd, alles wat niet waar is of totaal nergens op slaat, wordt afgeserveerd met deze uitspraak. Letterlijk betekent zever spuug, maar in het Antwerps ook onzin. En wat krijg je wanneer je dat in een pakje stopt? Voilà. |